Wanneer een werknemer zich ziek meldt, zijn er drie stappen die moeten worden doorlopen.
- Vaststellen van de arbeidsongeschiktheid
- Werken aan re-integratie
- Voorbereiding op de WIA
Stap 1. Vaststellen arbeidsongeschiktheid
- De werknemer meldt zich ziek bij de werkgever.
- Om de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer te kunnen beoordelen, moet de werkgever zijn arbodienst inschakelen. Alleen de arbodienst kan de arbeidsongeschiktheid beoordelen. Het is daarom verstandig – na de ziekmelding – zo spoedig mogelijk contact met de arbodienst op te nemen. Dat is niet nodig wanneer de werkgever niet twijfelt aan de arbeidsongeschiktheid van de werknemer en verwacht dat hij binnen enkele dagen zijn werkzaamheden weer zal hervatten.
- De arbodienst bericht zijn eerste bevindingen aan de werkgever en de werknemer. De arbodienst verstrekt uiterlijk binnen 6 weken na de eerste ziektedag zijn oordeel over de te verwachten duur van het verzuim – voor zover daar al iets over te zeggen is – en eventuele re-integratiemogelijkheden.
De arbodienst verstrekt verder:
- een probleemanalyse;
- een advies over concreet te nemen stappen ter bespoediging van het herstel van de werknemer (voor zover dit mogelijk is).
Stap 2. Werken aan de re-integratie
- Binnen 2 weken na het oordeel van de arbodienst moet de werkgever, in overeenstemming met de werknemer, een plan van aanpak opstellen. Als uitgangspunt geldt dat eerst moet worden geprobeerd om de werknemer te laten re-integreren in zijn eigen werk, eventueel aangepast of in deeltijd. Lukt dit niet, dan moet worden gezocht naar passend werk van een gelijk niveau. Als ook dit niet mogelijk is, kan worden gezocht naar passende arbeid bij een andere werkgever (re-integratie in het tweede spoor). Voordat aan de re-integratie in het tweede spoor kan worden begonnen is een oordeel van de arbodienst of het UWV vereist, dat er geen mogelijkheden meer voor arbeid bij de eigen werkgever zijn of zullen zijn.
- Op de website van het UWV staan formulieren, die gebruikt kunnen worden voor het correct opstellen van een plan van aanpak.
- Het plan van aanpak moet periodiek worden geëvalueerd, zodat het kan worden aangepast als de situatie daartoe aanleiding geeft.
- De werkgever moet zorgdragen dat de werknemer regelmatig wordt gehoord door de arbodienst over het verloop van de arbeidsongeschiktheid.
- Uiterlijk op de eerste dag dat de arbeidsongeschiktheid 42 weken heeft geduurd, moet de werkgever de werknemer ziek melden bij het UWV.
- Na 52 weken arbeidsongeschiktheid moet een eerstejaarsevaluatie (het opschudmoment) plaatsvinden, waarin de stand van zaken wordt geïnventariseerd en een plan wordt geformuleerd voor de voortzetting van de re-integratie.
Stap 3. Voorbereiding voor de periode na de verplichte loondoorbetaling: de WIA
Uiterlijk in de 91ste week van arbeidsongeschiktheid moet bij het UWV de WIA-uitkering worden aangevraagd door de werknemer, onder overlegging van het re-integratieverslag. Je doet er als werkgever verstandig aan hierop toe te zien. Als het re-integratieverslag ontbreekt of niet volledig is, wijst het UWV de aanvraag af en geeft het UWV de werknemer een termijn geven om alsnog een volledig re-integratieverslag te overleggen.
Let op!
Een volledig en duurzaam arbeidsongeschikte werknemer kan vervroegd een WIA-uitkering toegekend krijgen, dus voordat de periode van verplichte loondoorbetaling is geëindigd.
Tip! Op de website van het UWV staan formulieren die je kunt gebruiken voor het correct opstellen van een re-integratieverslag.
Na 104 weken arbeidsongeschiktheidstopt in principe de verplichting tot loondoorbetaling en kan worden overwogen ontslag voor de werknemer aan te vragen, mits is voldaan aan de daarvoor geldende voorwaarden. Zolang de arbeidsrelatie niet eindigt, lopen de re-integratieverplichtingen door.
Meer informatie of advies?
Wil je meer informatie of advies hierover? Neem dan contact op met Said Mohammadi, casemanager en directeur P&P Arbo, telefoonnummer 088-0124748 of stuur Said een e-mail.